BEreidings wijze

1. Blancheer de groenten per soort net beetgaar in licht gezouten kokend water; ca. 2 minuten; doperwten wat korter, sperzieboontjes wat langer.
2. Koel de groenten na het blancheren direct in ijswater (onderdompelen in een grote kom water met ijsblokjes) zodat ze niet verder garen en mooi van kleur blijven. Verwarm de oven voor op 200°C.
3. Breek de eieren elk in een apart kopje. Breng een pan met water aan de kook en giet de wijnazijn erbij. Maak een draaikolk in het water met een garde en laat de eieren om de beurt in het water glijden. Pocheer ze ± 4 minuten. Haal de eieren voorzichtig met een schuimspaan uit de pan en laat ze schrikken in koud water en daarna uitlekken op een schone theedoek. Snij het eiwit bij zodat je een mooie vorm krijgt.
4. Maak 4 bergjes geraspte parmezaan op een stuk bakpapier op de bakplaat. Zorg dat ze niet te dicht bij elkaar liggen. Zet de bakplaat ca. 5 minuten in de hete oven tot de kaas gesmolten en goudbruin is. Leg de, nu nog zachte kaaskoekjes over een deegroller zodat ze opstijven in een halfronde vorm.
5. Verwarm de groenten met de boter en een beetje kookvocht in een pan. Verwarm de gepocheerde eieren door ze kort in een pan met water dat tegen de kook aan is te leggen.
6. Schep de groenten op 4 warme borden en leg het ei erbovenop. Garneer met druppel olijfolie, sherry- balsamicoazijn en tuinkruiden en geef het kaaskoekje erbij.