BEreidings wijze

1. Verwarm de oven voor op 200°C.
2. Rol het bladerdeeg uit en steek er met een 7 cm-ringvorm 8 rondjes uit. Leg 4 van de rondjes op een bakplaat met bakpapier. Steek uit de overige 4 rondjes nog eens rondjes van 5 cm. Dit worden de zijkanten en de dekseltjes van de pasteitjes.
3. Bestrijk de deegrondjes op de bakplaat lichtjes met het losgeklopte ei en zet de zijkanten erbovenop zodat er bakjes ontstaan. Leg de bladerdeegdekseltjes ernaast en bestrijk zowel de bakjes als de deksels (nog eens) met losgeklopt ei. Bestrooi met een snufje zout en het sesamzaad. Bak de pasteitjes in ca. 20 à 30 minuten goudbruin en krokant in de oven.
4. Verhit ondertussen de boter in een pan en laat uitbruisen. Voeg de bloem toe en gaar deze al roerend totdat de roux gaat zweten en gaar is (ca. 8 minuten). Voeg dan de kippenbouillon toe en roer met een garde tot een gladde ragout.
5. Verhit in een bakpan de zonnebloemolie op middelhoog vuur en bak de kipdijblokjes goudbruin. Voeg de sjalot, knoflook en kastanjechampignons toe en bak deze ca. 10 minuten mee. Roer het mengsel door de ragout, samen met de peterselie, en breng op smaak met zout en gemalen peper.
6. Schep de ragout in de pasteitjes en serveer met Oertarwe Blond.