BEreidings wijze

1. Verwarm de olijfolie in een pan en bak de kipfilet aan beide kanten aan. Bestrooi met een beetje zout en laat zachtjes garen. Snijd de filet in hele kleine stukjes.
2. Smelt de boter op zacht vuur in een steelpan, voorkom hierbij dat de boter bruin wordt. Roer met een houten lepel het rijstmeel door de gesmolten boter. Blijf roeren tot het geheel zich tot een deegbal vormt.
3. Voeg een scheutje bouillon toe en roer tot de bouillon volledig is opgenomen. Herhaal dit tot alle bouillon op is. Voeg de kipfiletstukjes, peterselie en peper naar smaak toe. Roer de ragout goed door en laat even goed warm worden.
4. Schep de ragout op een bord of snijplank, smeer het uit en laat volledig afkoelen in de koelkast.
5. Klop ondertussen een ei los in een diep bord en zet een tweede bord klaar met daarin een laagje paneermeel. Verdeel de afgekoelde ragout in zessen en rol met natte handen tot mooie kroketten. Rol de kroketten door het ei en vervolgens door het paneermeel.
6. Verhit olie in een (frituur)pan en bak hierin de kroketten goudbruin. Laat ze uitlekken op een stuk keukenpapier en serveer met mosterd.