Knolselderijflan met oesterzwammen en peterseliesaus

• Voor de flan:

• 300 g knolselderij (schoon gewicht) kan ook met andere groenten b.v. koolrabi

• broccoli

• 4 soufflévormpjes van 4-5 cm Ø en 6 cm hoog.

• 40 g boter

• Snuf zout

• peper en nootmuskaat

• 25 cl melk

• 3 eieren.

• Voor de oesterzwammen:

• 250 g kleine oesterwammen

• 2 el boter

• 1 sjalot gesnipperd

• 50 ml witte wijn

• Snuf zout en vers gemalen witte peper

• 20 cl slagroom of crême fraiche

• bosje peterselie

Maak de knolselderij schoon, schil en snijd in 2 cm grote blokjes.
Verwarm ruim de helft van de boter in een hoge pan en smoor de knolselderijblokjes 5 minuten al omscheppend. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
Giet de melk erbij en laat de knolselderij op laag vuur in 15-20 minuten gaar worden.
Neem de deksel van de pan en laat het vocht inkoken.
Verwarm de oven voor op 150ºC en zet er een lage (ovenvaste) schaal in gevuld met kokend water.
Pureer de knolselderij fijn. Laat de puree iets afkoelen en roer de eieren erdoor tot een egale massa. Bestrijk de vormpjes met boter en vul tot iets onder de rand met de knolselderijpuree.
Zet de vormpjes in het waterbad (water niveau tot 1 cm onder de rand van de vormpjes) en laat ze ongeveer 15 minuten garen.
Maak de oesterzwammen schoon (niet in water) en scheur zo nodig in wat kleinere stukken.
Verwarm de boter in de koekenpan en bak de sjalot in de hete boter glazig. Voeg de oesterzwammen toe en laat ze even meebakken. Kruid met zout en peper. Blus af met de witte wijn en voeg de slagroom toe. Laat zachtjes inkoken tot het vocht bindt. Hak de peterselie fijn en voeg deze toe.
Schep de oesterzwammen op voorverwarmde borden. Haal de flans voorzichtig uit de vormpjes en leg op de oesterzwammen. Serveer direct.