10 mrt. 2017 editorial

Kennis over koolhydraten

img

Suikers, zetmeel en vezels zijn vormen van koolhydraten. Koolhydraten worden in je darmen afgebroken tot glucose. Dat komt in je bloed als bloedsuiker en dient als noodzakelijke brandstof voor je lichaam. Als je dus niet teveel koolhydraten eet en wel genoeg beweegt, hoeft dat geen invloed te hebben op je gewicht. Het gaat om het vinden van de juiste balans.

Alle koolhydraten verhogen ons bloedsuikergehalte, maar dat doen ze niet allemaal even snel. Je hebt snelle en langzame koolhydraten. Hoe langzamer je bloedsuiker stijgt, hoe beter. Want als je bloedsuiker snel stijgt en daarna weer snel daalt, krijg je veel pieken in je suikerspiegel. En dat is niet goed.

Voedingsmiddelen met langzame koolhydraten zijn gezond: havermout, de meeste groente, fruit, peulvruchten en alles van volkorenmeel. Deze voeding bevat vaak ook veel voedingsvezels. Vezels verminderen de bloedsuikerpieken en geven snel en lang een verzadigd gevoel. Gevolg: minder behoefte aan zoet.

Snelle koolhydraten zijn niet gezond. Ze zitten in koek en snoep maar ook in wit brood, aardappels, witte rijst en witte pasta’s. Ze jagen de bloedsuiker snel omhoog en worden wat eerder omgezet in lichaamsvet. Maar vaak zijn snelle koolhydraten onderdeel van een uitgebreidere maaltijd met ook nog gezonde dingen erin. We focussen daarom op suiker, omdat daar geen enkele nuttige voedingsstof in zit maar wel veel calorieën.

Langzame (goede) koolhydraten:

  • zilvervliesrijst
  • volkoren pasta
  • volkoren brood
  • volkorengraanproducten
  • volkorencouscous
  • bulgur, haver, quinoa
  • groenten
  • fruit
  • peulvruchten zoals bonen, erwten en linzen
  • melk
  • yoghurt

Snelle (slechte) koolhydraten:

  • suiker, zoet
  • beleg
  • frisdranken
  • yoghurtdranken met suiker
  • snoep
  • koek, gebak
  • ijs
  • vruchtensappen
  • fruitsmoothieshoning