06 apr. 2023 nieuws

Drie ei is een paasei - maar hoeveel uitstoot is dat eigenlijk?

img

Pasen staat voor de deur. Dat is het moment waarop de meeste mensen traditiegetrouw een gekookt eitje presenteren op de ontbijttafel. Maar heb jij enig idee hoe het zit met de CO2e-uitstoot van zo’n ei? Deze vraag stelden we aan Topsector Logistiek. We namen deel aan het project Carbon Added Accounting waarbij ze de totale CO2e-uitstoot van onze biologische en biologisch-dynamische eierketens in kaart brachten: van voer tot winkelschap. Één van de inzichten? “Als je het als boer goed aanpakt, heb je een positieve impact op de uitstoot.”

De totale uitstoot van onze keten
Als biologische winkelketen willen we bij voorkeur dat onze producten een positieve impact hebben op de uitstoot. “We móeten niet alleen onze CO2-uitstoot reduceren vanuit de Europese wet- en regelgeving, we wíllen het ook”, vertelt Steven IJzerman, kwaliteitsmanager bij Ekoplaza. Op dit moment is er volop aandacht voor de uitstoot van boeren. “Je hoort mensen wel zeggen dat we meer plantaardig zouden moeten eten. Maar hoe groot is de impact van bijvoorbeeld onze eierketens nou echt? En welk deel van de keten beïnvloedt de uitstoot het meest? Dat wisten we niet, terwijl: pas als je dat weet, weet je waar kansen liggen en kan je verbeteringen doorvoeren.” Ekoplaza wilde ervaring opdoen met de invulling van het in kaart brengen van de uitstoot in de gehele keten, genaamd Scope 3. Dat is complex, dus hoe pakken we dat aan? “Dat was voor ons aanleiding om deel te nemen aan de pilot en de totale CO2e-uitstoot van onze biologische en biologisch-dynamische eierketens in kaart te brengen. Van voer tot winkelschap.”

Wat is COe?
Naast koolstofdioxide (CO2) worden ook andere broeikasgassen meegeteld. Dit zijn lachgas (N2O, distikstofoxide), methaan (CH4) en de fluorhoudende gassen (F-gassen). Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden de uitstootcijfers omgerekend naar CO2-equivalent. De omrekening is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP) – dat is de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect. (Bron: CBS)


Positieve impact pluimveehouders
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de berekeningen. Het overall beeld is helder. De uitstoot van een biodynamisch ei is minder dan van een biologisch per ei. En beiden genereren volgens de voorlopige berekeningen minder CO2e-uitstoot dan scharreleieren. “Het belangrijkste inzicht is dat als een boer het goed aanpakt, hij een positieve impact heeft op de uitstoot”, aldus Steven. “Door bijvoorbeeld bomen op hun terrein te planten, vangen pluimveehouders ook CO2e-uitstoot af’’. Dat was bij al onze boeren het geval: zowel de biologische als de biodynamische boeren. Voor de kippen is het ook fijn, want dat zijn eigenlijk bosdieren. De positieve impact is het grootst bij biodynamische boeren, die zelf hun voer verbouwen en daarvoor ook de mest van hun kippen gebruiken. Ze werken circulair en hebben én geen aanvoer van voer én geen afvoer van mest: dat scheelt een hoop. Dat maakt de footprint van een biodynamisch ei heel klein.”

Lokaal werken maakt verschil
Anders dan je zou verwachten, zit de grootste milieu-impact niet bij de pluimveehouders. Ook transport heeft binnen de keten niet de grootste footprint. Het is de voerleverancier die de meeste impact heeft. “Een gedeelte van het voer wordt ingekocht in India en moet hier naartoe worden vervoerd. Dat maakt de impact zo groot”, meldt Steven. “Ik ben heel blij met deze inzichten, omdat het laat zien hoe groot de waarde van de biologische en biodynamische landbouw is. Door meer lokaal te werken, door voer lokaal te verbouwen, zie je dat je echt het verschil kan maken.” De aantoonbare inzichten worden graag gedeeld met anderen om er vervolgens samen over in gesprek te gaan. “Bijvoorbeeld over hoe we ervoor kunnen zorgen dat we nóg duurzamer worden. Niet iedere boer kan wellicht aan de eisen van een biodynamisch keurmerk voldoen, maar door lokaler te werken, met transparante, korte ketens, kan je toch veel bereiken.”

Echte data uit de hele keten
Tijdens dit project werkte Ekoplaza nauw samen met de Topsector Logistiek en met Districon. Die laatste partij berekende in opdracht van de Topsector alle gegevens. Alle relevante data van Ekoplaza en dat van partners in de keten is verzameld. In het traject is ervoor gekozen de keten af te bakenen tot de voerleveranciers, biologische en biodynamische pluimveehouders, eiergroothandels, het distributiecentra en winkels, inclusief het transport tussen deze verschillende partijen. Steven: “In deze pilot ging het om échte data, geen aannames of gemiddelden. Gelukkig hebben we altijd al een nauw contact met onze relaties gehad en stonden zij er ook voor open.” Toch bleek het behoorlijk complex. Het begint al met de vraag waar je de keten stopt. “In deze pilot zijn we bij de pluimveehouders gestopt, maar die krijgen hun kuikens ook aangeleverd. Deze partijen hebben ook voer nodig en verbruiken ook elektriciteit. Je kan eindeloos doorgaan.”

Om alle data te kunnen verzamelen is intensief met alle betrokken partijen samengewerkt. “Ze wilden er allemaal tijd voor vrijmaken en vonden het oprecht interessant. De betrokkenheid was groot. Toch was het veel werk om alles goed uit te zoeken. Om helder te krijgen hoe je aan specifieke informatie komt over een ei en hoe je dat uitdrukt. Dat kan een bottleneck zijn. Want welk aandeel van de CO2-uitstoot van een distributiecentrum of winkel komt bijvoorbeeld voor rekening van een ei? Hoe bereken je dat? Je moet dus echt de diepte in en oplossingen zoeken. Zo hebben we in kaart gebracht hoeveel schapruimte iedere winkel heeft en welk percentage daarvan door onze biologische en biodynamische eieren in beslag wordt genomen. Door dat percentage af te zetten tegen het gebruik van bijvoorbeeld gas, konden we gericht de uitstoot toewijzen.”

Een mooie eerste stap
Ekoplaza gaat door met Carbon Added Accounting om op deze manier verantwoording af te leggen en te voldoen aan de eisen uit Scope 3. “We hebben nu naar de eierketens gekeken, maar we zouden ook kunnen kiezen voor de vleesketens. Het is te intensief om dit voor al onze 9.000 producten te doen. Dit was een mooie eerste stap, nu gaan we ons beraden op de volgende. Gaan we breder kijken, naar meer producten of zoomen we juist in op specifieke producten? Daarin zijn we nog zoekende. Als mensen daar ideeën over hebben, dan horen we het graag. Neem vooral contact met ons op!”

avatar

Steven IJzerman

Kwaliteitsmanager Ekoplaza

Steven is als kwaliteitsmanager bij Ekoplaza verantwoordelijk voor de voedselveiligheid bij het servicekantoor en het uitwerken van het hygiënebeleid in de winkels. Daarnaast coördineert hij alle duurzaamheidsactiviteiten binnen de organisatie en heeft hij veel inhoudelijke kennis over de keten.