07 jun. 2023 nieuws

Biologische landbouw beter voor klimaat en natuur dan gangbare landbouw

img

Een groeiend areaal van biologische akkerbouw en melkveehouderij draagt bij aan de vermindering van broeikasemissies in Nederland. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit een nieuw Wageningen University & research rapport (WUR-rapport). Nadat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) met een actieplan kwam om de biologische productie en consumptie te stimuleren, werd WUR gevraagd om te onderzoeken wat het effect is van het vergroten van het biologisch areaal op klimaat, natuur en dierenwelzijn. De focus van dit onderzoek ligt op de biologische akkerbouw en melkveehouderij als sectoren met het grootste landbouwgebruik.

"Het rapport onderstreept de kracht van de biologische landbouw. De conclusies van het rapport laten zien dat groei van het areaal van de biologische akkerbouw en biologische melkveehouderij bijdraagt aan de grote opgaven waar Nederland voor staat op het gebied van klimaat, natuur en dierenwelzijn", schrijft minister Adema aan de Tweede Kamer.

Stevig onderzoek
Met het kopen van biologische producten helpt de consument de boer om bij te dragen aan de transitie van de landbouw. Dat is de conclusie op basis van het onderzoek van Bionext, een ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding. In een tijd dat er aan perspectief wordt gewerkt in de vorm van het Convenant dierwaardige veehouderij en het Landbouwakkoord, omarmt Bionext dit rapport. In dit onderzoek is gekeken hoe biologische melkveehouders en akkerbouwers presteren op gebied van klimaat, stikstof, waterkwaliteit en dierenwelzijn. Michael Wilde, directeur Bionext: “Wij zijn heel blij dat de Wageningen Universiteit juist nu met dit stevige onderzoek naar buiten komt en laat zien welke flinke bijdrage onze sector kan leveren.”

Wat staat er in het rapport?
Het vergroten van het areaal biologische akkerbouw en biologische melkveehouderij draagt bij aan een kleinere uitstoot van broeikasgassen in Nederland, zowel op het gebied van akkerbouw en vollegrondsgroente teelt als melkveehouderij (uitgedrukt in Mton CO2eq per jaar). Door minder nitraatuitspoeling, minder ammoniakemissie (uitgedrukt in kton NH3 emissie per jaar) en meer biodiversiteit op de bedrijven draagt het ook bij aan het versterken van de Nederlandse natuur.

De onderzoekers spreken de verwachting uit dat biologische veehouderij bijdraagt aan het doel van een dierwaardige veehouderij. Maar geven daarbij ook aan dat hier de concrete onderbouwing niet te geven is vanuit huidig onderzoek. Wat Bionext betreft is hier een goede link te leggen met de Kennisagenda biologisch die het Ministerie van LNV nu aan het opstellen is.

Ontwikkel- en aandachtspunten 
Het onderzoek benoemt ook een aantal ontwikkel- en aandachtspunten: de groei van de consumptie van biologische producten, beschikbaarheid van grond, een mogelijk tekort aan biologische mest & krachtvoer en de beschikbaarheid van arbeid voor onkruidbestrijding. Dit zijn herkenbare punten die laten zien dat ook de biologische sector nog een aantal stevige uitdagingen op haar pad heeft. Michael Wilde: “Om de potentie van biologische landbouw volledig te benutten, en de uitdagingen het hoofd te bieden, zullen we allemaal flink aan de slag moeten. Dit onderzoek rechtvaardigt een stevige inzet vanuit de overheid en ketenpartijen op een ambitieuze biologische groei.”

Lees het rapport “Het perspectief van biologisch” hier.

Bron: Biojournaal / Bionext

avatar

Michaël Wilde

Directeur Bionext

Michaël Wilde is directeur van de ketenorganisatie van de biologische sector Bionext. Hiervoor werkte hij 12 jaar bij distributeur van biologisch vers fruit en groenten Eosta BV als Duurzaamheid en Communicatiemanager. Wilde heeft een diepe kennis van biologische en eerlijke voeding en is een grote bekendheid binnen de biologische sector.