04 aug. 2020 column

Het post-corona tijdperk: het nieuwe normaal voor het houden van dieren.

img

In deze column geven we graag ruimte aan Kees Scheepens om zijn verhaal te vertellen. Voor ons is Kees bekend als biologische varkensboer aan wie wij onze reststromen leveren die niet meer voor menselijke consumptie geschikt zijn, vooral om deze niet in de afvalbak te hoeven gooien (zien? klik hier). Voor de rest van de wereld is Kees een veterinaire autoriteit en expert op het gebied van dierenwelzijn, in het bijzonder voor varkens. Hij staat bekend als 'de varkensfluisteraar' die over de gehele wereld gevraagd wordt om het dierenwelzijn bij bedrijven waar met varkens gewerkt wordt te beoordelen en waar nodig veranderingen door te voeren om het dierenwelzijn en natuurlijke gedrag van de varkens te stimuleren. Maar op zijn eigen boerderij werkt hij ook aan een innovatieve manier van boeren, waarbij de varkens een mooi buitenverblijf hebben en getraind worden om zindelijk te zijn. In een van onze laatste contacten vertelde Kees ons een interessant verhaal wat wij graag met je willen delen. 

Kees: ''Als biologisch veehouder, gepromoveerd dierenarts en varkensfluisteraar activeerde het coronavirus in de laatste maanden niet alleen mijn immuunsysteem maar ook mijn hersenen! Wat is ná corona namelijk het nieuwe normaal voor het houden van dieren, in het bijzonder voor het varken?

De Covid-19 uitbraak van dit jaar zette mij dan ook opnieuw aan het denken over de schaal waarin wij, wereldwijd, dieren houden om daarvan het vlees te consumeren. Is dit wel verantwoord als het gaat om de (volks-)gezondheid van mens en dier? Kunnen we het dierenwelzijn wel voldoende waarborgen? Maken we zo min mogelijk inbreuk op de omringende én verafgelegen natuur (stikstof, geur, fijnstof, tropisch regenwoud kappen, verlies aan biodiversiteit, etc)?

Covid-19 behoort tot de zoönosen, zoals bijvoorbeeld Q-koorts, vogelgriep, Spaanse/Mexicaanse griep en ook het recent in China gevonden varkensgriepvirus. Deze virussen komen rechtstreeks voort uit de dierhouderij. Wanneer Covid-19 niet volledig wordt uitgeroeid, zal het zich mogelijk nog verder verspreiden naar andere diersoorten. We weten namelijk al dat nertsen, konijnen, honden en katten met dit virus geïnfecteerd kunnen worden en we weten ondertussen ook dat dit virus vanuit nertsen opnieuw mensen kan infecteren.

Het coronavirus brengt, net als andere leden van de beruchte familie van RNA-virussen, vele kwetsbaarheden van onze manier van dierhouden naar boven. Wat RNA-virussen doen is zichzelf maximaal vermenigvuldigen en zich verspreiden in grote groepen gevoelige mensen of dieren. Maar bij dit vermenigvuldigen maakt juist een RNA-virus veel ‘kopieerfouten’ en dat leidt weer tot vaak gevaarlijkere mutaties. Deze mutaties kunnen opnieuw weer tot ziekte-uitbraken bij mensen of dieren leiden. Ter verduidelijking: ook varkenspest, mond- en klauwzeer, vogelpest, varkensgriep, mensengriep en PRRS (een vervelende chronische varkensziekte die leidt tot luchtwegaandoeningen en kans op een miskraam) behoren tot deze familie van RNA-virussen.

De bewezen effectieve aanpak bij al deze virusinfecties is tweeledig. Enerzijds kunnen we aan de bron snel en efficiënt uitroeien, wat we met varkenspest en mond- en klauwzeer gedaan hebben ten koste van miljoenen dieren. Een andere optie is dat we leren samen te leven met deze kiemen, zoals we bijvoorbeeld doen met griep en PRRS. Vaccins ontwikkelen tegen deze virusziektes is uitermate moeilijk en zowel bij griep als bij PRRS blijft het continu zoeken naar goede entschema’s en effectieve vaccins. Ook bij corona mogen we dit verwachten.

Al deze kwesties kunnen we samenvatten met de woorden: gaan we écht goed om met dieren, de natuur én met elkaar? En wat gebeurt er met die dierhouderij als we deze zin als waardevol uitgangspunt nemen?

Goed voor het dier
Goed voor het dier betekent dat we de primaire levensbehoeftes moeten vervullen van in dit geval het varken. Kan het varken wroeten, zoelen en zijn aangeboren zindelijkheid vasthouden? Blijft het varken gezond? Waarom houden we überhaupt deze dieren?

De hoofdreden om in het dichtbevolkte Nederland varkens te houden, is dat varkens in de landbouw de meest efficiënte kringloopdieren zijn. In de biologische varkenshouderij gebeurt dit gemiddeld op een veel kleinschaligere wijze dan in de gangbare sector. Een biologisch varkensbedrijf heeft gemiddeld 120 zeugen (moedervarkens), bij een gangbaar bedrijf ligt dit aantal al gauw 5 tot 10 keer hoger.

Samenleven met ziektekiemen kan alleen goed gaan als de schaalgrootte van de landbouwbedrijven niet te extreem is. Virusziektes zoals varkensgriep en PRRS hebben op kleine bedrijven vaak een veel kleinere kans op verspreiding én leiden tot veel minder ziekteproblemen, zeker wanneer de dieren qua welzijn op een hoog welstandsniveau leven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan varkenshouderijen met uitlopen naar buiten en wroetende varkens. We moeten kiezen voor kleinschaligere bedrijven waar dierenwelzijn voorop staat.

Ik zou willen zeggen; laten we ons dus bezinnen en wegblijven van het blindstaren op groot, groter, grootst en daarvoor in de plaats proberen slim, slimmer, slimst te zijn in hoe wij de dierhouderij organiseren. Liever 100 varkensboeren die met 100 zeugen een goed inkomen verdienen dan 10 megabedrijven met 1000 zeugen. Zowel de gezondheid als het welzijn van het dier, de boer, zijn medewerkers en zijn omgeving is hiermee gediend.

Goed voor de natuur
Goed voor de natuur betekent dat wij mensen als omnivoren, net zoals varkens en kippen, weg moeten van ons bijna carnivoordieet. Is (iedere dag) vlees eten nog wel van deze tijd? In onze westerse beschaving zien we vooral bij jongeren al een sterke kentering in de consumptie van vlees ten opzichte van voorgaande generaties.
Het Nederlandse stikstofbeleid, de verwoestende sojateelt in Zuid-Amerika en de wereldwijde onomkeerbare opwarming van de aarde zijn een paar voorbeelden waar nu echt de schoen begint te wringen. Zowel de Verenigde Naties als de WHO waarschuwen ons dat pandemieën voortkomen uit de vernietiging van de natuur. Minder vlees eten kan daarom helpen deze vernietiging tegen te gaan.

Goed voor elkaar
Goed voor elkaar betekent dat we boeren fair belonen voor de inspanningen die zij leveren om op hun boerderijen dieren gezond te houden, vaak generaties lang. Met steeds opnieuw veel inventiviteit en doorzettingsvermogen wordt er in deze chaotische wereld voor veel en heerlijk voedsel gezorgd. Dat blijft een topprestatie van iedere boer en boerin ter wereld. Daarom zou iedere boer het fijn vinden om eens wat vaker een (maatschappelijke) aai over de kop te krijgen. Ook goed voor zijn immuunsysteem!

avatar

Kees Scheepens

biologisch varkens- en rundveehouder

Voor ons is Kees bekend als biologische varkensboer aan wie wij onze reststromen leveren die niet meer voor menselijke consumptie geschikt zijn, vooral om deze niet in de afvalbak te hoeven gooien.