BEreidings wijze

1. Begin met het maken van de sinaasappelsaus. Schil 1 sinaasappel en snijd de partjes uit de vliezen. Bewaar afgedekt tot gebruik. Rasp de schil van de andere sinaasappel en pers de vrucht daarna uit.
2. Breng het sinaasappelsap met de honing, rasp en vanillemerg aan de kook en laat op laag vuur inkoken tot het licht stroperig is. Haal van het vuur.
3. Schil intussen de mango en snijd het vruchtvlees in stukjes. Bewaar afgedekt in de koelkast.
4. Meng voor de pannenkoekjes het boekweitmeel en zelfrijzend bakmeel met de kokosbloesemsuiker (of oerzoet) en het zout in een kom. Maak een kuiltje in het midden en breek het ei erin. Schenk er geleidelijk de amandelmelk in en klop met een garde tot een glad beslag. Doe dit maximaal een uur van tevoren.
5. Vlak voor het serveren: verhit een scheutje olijfolie in een pan met anti-aanbaklaag. Schep kleine hoopjes beslag in de pan en bak de pannenkoekjes aan weerszijden goudbruin en gaar (ca. 1 minuut per kant). Houd de pannenkoekjes warm tussen twee borden.
6. Verdeel de pannenkoekjes in stapeltjes over de borden. Leg de stukjes sinaasappel en mango erop. Verwarm de saus en lepel over het fruit. Garneer met de munt en serveer meteen.