BEreidings wijze

1. Verwarm de oven voor op 200°C en plaats er een ovenschaal met 4 cm warm water in.
2. Meng de palmsuiker, ras el hanout en 1½ theelepel van de kaneel door elkaar en verdeel over de ramekins. Schil de appels, boor de klokhuizen eruit en snijd elke appel in ongeveer 6 gelijke plakken. Besprenkel met citroensap.
3. Snijd het vanillestokje in de lengte open, haal het merg eruit en meng dit met de boter en 10 gram kristalsuiker. Bestrijk hiermee de plakken appel. Vul elke ramekin met 6 plakken, leg de kleine plakken onderin.
4. Dek de ramekins af met aluminiumfolie, prik er wat gaatjes in en plaats ze in de ovenschaal in de oven. Laat ongeveer 45 minuten garen. Haal daarna uit de oven, verwijder de folie en zet opzij.
5. Maak de karamel: neem een steelpannetje en vul dit met 60 ml water en de rest (110 gram) van de kristalsuiker. Verwarm op laag vuur en roer met de garde tot de suiker is opgelost. Laat dan ca. 10 minuten koken zonder te roeren tot het ingekookt is en een karamel-gouden kleur heeft. Neem van het vuur, voeg 60 ml van de slagroom toe en meng stevig door elkaar. Zet apart en laat afkoelen.
6. Sla de resterende slagroom niet te stijf op en zet koel weg.
7. Maak de borden op: stort de appeltorentjes voorzichtig op de borden en besprenkel met wat karamelsaus. Garneer met schepjes slagroom en strooi er citroenrasp en wat kaneel over. Maak af met munt.